Samenvatting
- In Nederland wordt een stijging in de prevalentie van diabetes mellitus verwacht van 480.000 patiënten in 2000 tot ruim 650.000 in het jaar 2020.
- Verschillende studies hebben aangetoond dat een verhoogde vetzuurspiegel, een toegenomen opslag van intramusculair triacylglycerol (IMTG) en de ontwikkeling van insulineresistentie met elkaar samenhangen. Aanvankelijk werd de correlatie tussen een verhoogde beschikbaarheid van vrije vetzuren en het ontstaan van insulineresistentie in de skeletspier verklaard aan de hand van de Randle-cyclus.
- Een alternatieve verklaring is dat een verhoogd aanbod aan vrije vetzuren in het plasma resulteert in de stapeling van IMTG en vetzuurmetabolieten, die defecten kunnen veroorzaken in de insulinesignaleringscascade en daarmee insulineresistentie in de skeletspier kunnen induceren.
- De voorgestelde relatie tussen IMTG-accumulatie en insulineresistentie lijkt echter niet functioneel, want getrainde duuratleten zijn bijvoorbeeld zeer insulinegevoelig hoewel hun IMTG-voorraden sterk verhoogd zijn.
- Deze metabole paradox wordt verklaard doordat niet de omvang van de IMTG-voorraad bepalend is voor het ontstaan van vetzuurgeïnduceerde insulineresistentie, maar juist de balans tussen vetzuuraanbod, -opname en -oxidatie, dat wil zeggen de geringe turnover van de IMTG-pool.
- Regelmatige lichamelijke inspanning verhoogt de oxidatieve capaciteit en vormt daarmee een effectieve strategie om de balans tussen vetzuuropname en -oxidatie te herstellen en daarmee het ontstaan van skeletspierinsulineresistentie te voorkomen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:122-7
Reacties