Door behandeling met orale antistollingsmiddelen daalt de activiteit van de vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren in het bloed. Deze behandeling wordt gecontroleerd met de protrombinetijd (synoniemen: tromboplastinetijd, Quick-tijd), een laboratoriumbepaling die gevoelig is voor de activiteit van de vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren II, VII en X. De term protrombinetijd dateert nog uit de dagen van A.J.Quick, die meende dat de test uitsluitend gevoelig was voor de activiteit van protrombine (factor II). Het was gebruikelijk de uitslag van de protrombinetijd uit te drukken in procenten activiteit. Tot op de dag van vandaag hoort men (nog): ‘deze patiënt heeft een Thrombotestactiviteit van 5’. Wanneer men het bloedmonster van dezelfde patiënt met een andere methode ter bepaling van de protrombinetijd zou onderzoeken, bijvoorbeeld met Calcium-Thromboplastin van de firma Boehringer-Mannheim, zou men een geheel andere waarde vinden, namelijk 25 activiteit. Met andere tromboplastinepreparaten zou men weer andere waarden voor de activiteit vinden.
Om aan deze verwarrende situatie…
Reacties