Infecties bij gebruik van glucocorticoïden

Glucocorticoid treatment increases the risk of opportunistic infection.

Infections that can arise during glucocorticoid use, and for which preventative measures can be taken, include reactivation of latent tuberculosis and hepatitis B, pneumococcal and Pneumocystis jiroveci pneumonia, influenza, herpes zoster and Strongyloides stercoralis hyperinfection syndrome.

The risk of such infections depends upon the duration of glucocorticoid use and dosage, as well as comorbidity and comedication.

It is important to enquire about vaccinations, travel, exposure and previous infections when taking a case history.

Possible infectious complications should be considered in patients who are receiving high-dose glucocorticoids treatment amounting to more than 420 mg PED per 4 weeks.

Preventative measures are not usually required in patients who receive a short high-dosed treatment (30 mg PED in 7 days) or prednisolone at a dosage of < 15 mg/day.

Conflict of interest and financial support: none declared.

Samenvatting

Behandeling met glucocorticoïden vergroot de kans op opportunistische infecties.

Belangrijke infectieziekten die kunnen optreden bij glucocorticoïdgebruik en waarvoor ook preventieve maatregelen genomen kunnen worden, zijn reactivatie van latente tuberculose en hepatitis B, pneumokokken- en Pneumocystis jiroveci- pneumonie, influenza, herpes zoster en het syndroom van hyperinfectie door Strongyloidesstercoralis .

Het risico op dergelijke infecties is afhankelijk van de duur van het glucocorticoïdgebruik en de dosering, alsmede van comorbiditeit en comedicatie.

Het is van belang in de anamnese aandacht te besteden aan vaccinaties, reizen, exposities en eerdere infecties.

Bij patiënten die glucocorticoïden in een cumulatieve prednisolonequivalente dosering (PED) van 420 mg per 4 weken krijgen, moet worden nagedacht over mogelijke infectieuze complicaties.

Bij patiënten die een korte stootkuur (PED van 30 mg in 7 dagen) of prednisolon in een dosering < 15 mg/dag krijgen, zijn meestal geen preventieve maatregelen nodig.

Artikelinformatie

Aanvaard op

18 april 2018

12 september 2018

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2215

Vakgebied

Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie VUmc, afd. Interne Geneeskunde: drs. T.C. Minderhoud, internist acute geneeskunde. Erasmus MC, Rotterdam. Afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten: dr. M.P.A. van Meer, arts-microbioloog in opleiding. Afd. Intensive Care: drs. R.J. van Thiel, intensivist. Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten: dr. C.M. den Hoed, mdl-arts. Afd. Interne Geneeskunde: dr. P.L.A. van Daele, internist-immunoloog; dr. C.A.M. Schurink, internist-infectioloog.

Contact T.C. Minderhoud (t.minderhoud@vumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Dr. J.J. van Hellemond, parasitoloog, dr. B.J. Rijnders, internist-infectioloog, dr. B.S. Harhanghi, neurochirurg, en dr E. Bos, aios neurochirurgie, gaven waardevolle aanvullingen op een eerdere versie van het manuscript. De familie van patiënt gaf toestemming voor publicatie van de patiëntbeschrijving.

Auteur	Belangenverstrengeling
T.C. (Tanca) Minderhoud	ICMJE-formulier
Maurits P.A. van Meer	ICMJE-formulier
Robert J. van Thiel	ICMJE-formulier
Caroline M. den Hoed	ICMJE-formulier
Paul L.A. van Daele	ICMJE-formulier
Carolina A.M. Schurink	ICMJE-formulier