Incidenteel verhoogde bloeddruk in de huisartspraktijk: bij meer dan de helft van de patiënten hypertensie en (of) linkerventrikelhypertrofie

To determine if patients with incidentally high blood pressure actually have hypertension and if these patients have an increased left ventricular mass.

Design

Cross-sectional study.

Setting

Two family practices with 8 general practioners in Leiden and Noordwijk, the Netherlands.

Methods

From the Family Practice Network in the Leiden area 133 (67) out of 200 patients with incidental high blood pressure, who did not receive antihypertensive medication, participated in the study. Their blood pressure was measured 6 times with a mercury manometer, an automatic, non-invasive ambulatory blood pressure monitoring during 24 hours was performed once and their left ventricular mass was measured by means of echocardiography.

Results

Of the 133 selected patients 46 had a mean diastolic blood pressure > 95 mmHg measured with the mercury manometer and 64 had a mean 24-hr diastolic blood pressure > 90 mmHg measured with the ambulatory blood pressure monitor. The correlation between both blood pressure measurements was moderate (correlation coefficient 0.73). Left ventricular hypertrophy was found in 53 of the patients, irrespective of their blood pressures.

Conclusion

In this investigation 45-65 of patients with an incidentally high blood pressure had a mean diastolic pressure > 95 mmHg as measured with a mercury manometer and (or) a mean 24-hr diastolic blood pressure > 90 mmHg as measured with the ambulatory blood pressure monitor; 53 had left ventricular hypertrophy.

Samenvatting

Doel

Vaststellen in hoeverre patiënten met een incidenteel gemeten verhoogde bloeddruk hypertensie en een toename van de linkerventrikelmassa hebben.

Opzet

Dwarsdoorsnedeonderzoek.

Plaats

Twee praktijken (8 huisartsen) in Leiden en Noordwijk.

Methoden

Uit het Registratie Netwerk Universitaire Huisartspraktijken Leiden en Omstreken werden 200 patiënten met een incidenteel verhoogde bloeddruk geselecteerd die geen antihypertensieve medicatie gebruikten, van wie er uiteindelijk 133 participeerden (67). Bij hen werd 6 maal de bloeddruk gemeten met de kwikmanometer en werd eenmaal een automatische, non-invasieve ambulante bloeddrukmeting gedurende 24 uur verricht; ook werd echocardiografisch de linkerventrikelmassa bepaald.

Resultaten

Van de 133 patiënten met een incidenteel verhoogde bloeddruk had 46 een gemiddelde diastolische bloeddruk > 95 mmHg gemeten met de kwikmanometer en 64 een diastolische druk > 90 mmHg met de ambulante bloeddrukmeter. De correlatie tussen de beide bloeddrukmetingen was 0,73. Bij 53 van de patiënten werd linkerventrikelhypertrofie gevonden, ongeacht de bloeddruk.

Conclusie

In dit onderzoek had 45-65 van de patiënten met een incidenteel gemeten verhoogde bloeddruk een gemiddelde diastolische bloeddruk > 95 mmHg gemeten met de kwikmanometer en (of) een daggemiddelde > 90 mmHg gemeten met de ambulante bloeddrukmeter; 53 had linkerventrikelhypertrofie.