Samenvatting
Doel
Inventarisatie van immuundeficiënties in Nederland.
Opzet
Retrospectief onderzoek over de periode 1970-1983.
Plaats
Interfacultaire werkgroep Immuundeficiëntie, secretariaat Wilhelmina Kinderziekenhuis, Utrecht.
Methode
Een formulier met algemene en specifieke vragen betreffende het ziektebeeld van immuundeficiënte patiënten werd ingevuld door de klinische leden van de werkgroep (kinderartsen, internisten, immunologen). Classificatie vond plaats op basis van de door de Wereldgezondheidsorganisatie erkende vormen van immuundeficiëntie.
Resultaten
De gegevens van 336 patiënten werden geanalyseerd. Het frequentst waren stoornissen in de humorale immuniteit (62,9 van de patiënten), gevolgd door stoornissen in zowel de humorale als de cellulaire afweer (18,75), stoornissen in de cellulaire afweer (7,4), stoornissen in fagocyten (6,8) en stoornissen in het complementsysteem (2,7). Er overleden 62 patiënten (15,5), voornamelijk patiënten met een selectieve stoornis in de cellulaire afweer, met een gecombineerde immuundeficiëntie en met een immuundeficiëntie berustend op een DNA-hersteldefect. Auto-immuniteit kwam relatief frequent voor (7,7), evenals maligniteiten (2,7), maar er waren verschillen per categorie van immuundeficiëntie.
Conclusie
De resultaten van deze eerste inventarisatie in Nederland van immuundeficiëntie komen overeen met die van andere Westeuropese landen.
Reacties