AIDS wordt veroorzaakt door een humaan retrovirus, ‘human immunodeficiency virus’ (HIV), dat voor het eerst werd geïsoleerd in 1983 door een onderzoeksgroep van het Instituut Pasteur te Parijs, twee jaar na de eerste beschrijving van het ziektebeeld.1 Klinische symptomen bij patiënten met AIDS zijn karakteristiek voor een T-cel-deficiëntie: infecties met intracellulaire organismen, virussen, schimmels en protozoën en het vóórkomen van neoplasieën, zoals non-Hodgkin's lymfoom en Kaposi-sarcoom.23
Voor immunologische reacties zijn T-lymfocyten onontbeerlijk als effector- en regulatorcellen. T-lymfocyten worden onderverdeeld in twee subpopulaties: T-helpercellen, die het membraanmolecuul CD4 tot expressie brengen (de cellen worden CD4 genoemd) en cytotoxische of suppressorcellen, die CD8-moleculen op hun oppervlak dragen. De belangrijkste rol van CD4 T-helpercellen is het induceren van zowel de humorale als de cellulaire immuunreactie. De effectorcellen van de specifieke cellulaire immuniteit, die onder meer cellen doden die met virus geïnfecteerd zijn, zijn in het algemeen CD8 T-lymfocyten.
AIDS wordt…
Reacties