Een groep van nieuwe geneesmiddelen, de zogenoemde hypoxie-induceerbare-factor-prolylhydroxylaseremmers, laat veelbelovende resultaten zien bij de behandeling van anemie bij patiënten met chronische nierschade. Zijn deze middelen een reëel alternatief voor de huidige behandeling met epo?
Samenvatting
Hypoxie-induceerbare-factor-prolylhydroxylaseremmers (HIF-PHI’s) vormen een nieuwe medicatiegroep voor de behandeling van renale anemie. HIF-PHI’s verhogen de expressie van genen als erytropoëtine en genen betrokken bij de ijzerhomeostase. In grote trials verhoogden HIF-PHI’s de hemoglobineconcentratie effectiever (superieur) dan placebo en even effectief (non-inferieur) als erytropoësestimulerende agentia (ESA). Daarbij leken HIF-PHI’s de ijzerparameters positief te beïnvloeden en ook effectief te zijn bij patiënten met verhoogde ontstekingswaarden. Wat betreft cardiovasculaire veiligheid waren HIF-PHI’s in de meeste studies vergelijkbaar met ESA. Wél gaven HIF-PHI’s een verhoogd risico op diep-veneuze trombose en trombosering van de shunt vergeleken met ESA. HIF-PHI’s kunnen als alternatief voor ESA worden beschouwd, met als mogelijke voordelen een positief effect op de ijzerhomeostase, de orale toedieningsvorm en de mogelijkheid om ook patiënten met ESA-resistentie te behandelen. De effectiviteit van HIF-PHI’s in deze subgroep moet echter nog worden aangetoond.
Reacties