Samenvatting
Doel
Onderzoeken wat de incidentie is van hypoxemie en bradycardie bij kinderen die zittend, niet-geïntubeerd en onder inhalatieanesthesie een adenotonsillectomie volgens Sluder ondergaan.
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Methode
Analyse van leeftijd, gewicht, geslacht, zuurstofsaturatie, hartfrequentie en nabloedingen van alle kinderen tot 11 jaar die een adenotonsillectomie volgens Sluder onder inhalatieanesthesie ondergingen in de periode december 1999 tot en met december 2007. Hypoxemie werd gedefinieerd als een zuurstofsaturatie lager dan 85% gedurende meer dan 60 s. Een bradycardie werd gedefinieerd als een hartfrequentie van minder dan 60/min gedurende meer dan 30 s.
Resultaten
We analyseerden de gegevens van 2963 patiënten. De gemiddelde leeftijd was 4,7 jaar en het gemiddeld gewicht 18,8 kg. Er was geen significante relatie tussen leeftijd, gewicht en het optreden van incidentele desaturatie of bradycardie. Bij 132 patiënten (4,5%) was er sprake van een hypoxemie en bij 280 patiënten (9,4 %) een bradycardie. Bij 25 patiënten werd er zowel een hypoxemie als een bradycardie gemeten, waarbij in 3 patiënten (0,1%) de bradycardie direct optrad na de hypoxemie. De geregistreerde episoden van hypoxemie en bradycardie gaven geen aanleiding tot peri-operatieve complicaties.
Conclusie
Bij adenotonsillectomie met de guillotinetechniek volgens Sluder bij niet-geïntubeerde kinderen in zittende houding met inhalatieanesthesie treden hypoxemie en bradycardie op. Het gelijktijdig optreden is echter zeldzaam en blijkt niet te leiden tot peri-operatieve complicaties. Om de incidenties van hypoxemie en bradycardie en het optreden van complicaties te kunnen vergelijken, is een studie nodig bij een groot aantal kinderen die al dan niet geïntubeerd adenotonsillectomie ondergaan.
Reacties