Samenvatting
- Hyponatriëmie komt frequent voor na het ontstaan van een intracraniële aandoening, met name na een subarachnoïdale bloeding.
- De plasmanatriumconcentratie is meestal licht verlaagd (niet < 124 mmol/l), maar kan gevaarlijk lage waarden bereiken met ernstige neurologische afwijkingen.
- In het begin van de jaren vijftig van de vorige eeuw werd hyponatriëmie bij neurochirurgische patiënten voor het eerst beschreven en verklaard door een verhoogde natriurese, en daarom ‘cerebraal zoutverlies’ (‘cerebral salt wasting’) genoemd. Later werd het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (‘inappropriate antidiuretic hormone secretion’ (SIADH)) als oorzaak van de hyponatriëmie gezien.
- Pas de laatste jaren is duidelijk geworden dat toch verhoogde natriurese met daarmee gepaard gaande hypovolemie een frequente oorzaak is van hyponatriëmie bij acute intracraniële aandoeningen. Verhoogde plasmaconcentraties van natriuretische peptiden zijn een mogelijke verklaring voor de toegenomen natriurese.
- Behandeling van cerebraal zoutverlies met vocht en NaCl-suppletie is meestal effectief. Indien nodig kan een mineralocorticoïd, zoals fludrocortison, worden gegeven om de renale natriumreabsorptie te bevorderen.
Reacties