Hypertrofische cardiomyopathie

Klinische praktijk
Beau van Driel
Folkert W. Asselbergs
Rudolf A. de Boer
Albert C. van Rossum
J. Peter van Tintelen
Jolanda van der Velden
Michelle Michels
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D2790
Abstract

Dames en Heren,

De klinische presentatie, het beloop en de prognose van hypertrofische cardiomyopathie zijn zeer heterogeen. Voor het herkennen van patiënten met deze erfelijke hartziekte en hun familieleden en voor de juiste behandeling is kennis van de verschillende uitingsvormen en het klinische beloop vereist. In deze klinische les beschrijven wij de verschillende uitingsvormen van hypertrofische cardiomyopathie.

Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is de meest voorkomende erfelijke hartspierziekte, met een geschatte prevalentie van 1:500 tot 1:200.1 Deze ziekte werd voor het eerst beschreven in 1958 en wordt gekenmerkt door asymmetrische hypertrofie van de linker ventrikel (figuur 1). Er is sprake van HCM vanaf een maximale wanddikte van 15 mm. HCM wordt meestal veroorzaakt door mutaties in sarcomeergenen en vertoont een autosomaal dominant overervingspatroon.

Het klinische beeld kan variëren van afwezigheid van symptomen bij dragers van de mutatie tot plotse dood op jonge leeftijd. Met een beschrijving van de verschillende uitingsvormen van HCM willen wij een bijdrage leveren aan het begrip van het beloop en de complicaties bij HCM.

Figuur 1
Hypertrofische cardiomyopathie in beeld
Figuur 1 | Hypertrofische cardiomyopathie in beeld
Cardiale MRI (4-kamer-opname) van (a) een patiënt met hypertrofische cardiomyopathie (niet de patiënte in dit artikel) en (b) een gezonde persoon. Bij de patiënt is de wand van de linker ventrikel fors verdikt in vergelijking met het niet-afwijkende hart, met name het basale deel van het interventriculaire septum. Het linker atrium is gedilateerd als gevolg van mitralisklepinsufficiëntie door ‘systolic anterior motion’ van de mitralisklep.

Patiënte, een 60-jarige vrouw, onderging op 39-jarige leeftijd een bedrijfskeuring waarbij afwijkingen op het ecg werden gevonden. Op dat moment was zij volledig asymptomatisch; zij had met name geen klachten van dyspneu, angina pectoris, palpitaties of syncope. Bij aanvullende…

Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie VUmc: afd. Fysiologie: B. van Driel BSc, promovendus; prof.dr. J. van der Velden, fysioloog; afd. Cardiologie: prof.dr. A.C. van Rossum, cardioloog; afd. Klinische Genetica: dr. J.P. van Tintelen, klinisch geneticus. UMC Utrecht, afd. Cardiologie: prof.dr. F.W. Asselbergs, cardioloog. UMC Groningen, afd. Experimentele Cardiologie: prof.dr. R.A. de Boer, cardioloog. Erasmus MC, afd. Cardiologie, Rotterdam: dr. M. Michels, cardioloog.

Contact B. van Driel (b.vandriel@vumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. F.W. Asselbergs, J.P. van Tintelen en J. van der Velden ontvingen subsidie van CVON DOSIS. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Beau van Driel ICMJE-formulier
Folkert W. Asselbergs ICMJE-formulier
Rudolf A. de Boer ICMJE-formulier
Albert C. van Rossum ICMJE-formulier
J. Peter van Tintelen ICMJE-formulier
Jolanda van der Velden ICMJE-formulier
Michelle Michels ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties