Hyperbilirubinemie bij voldragen pasgeborenen: gevolgen voor de ontwikkeling op lange termijn vallen mee

Onderzoek
P.L.P. Brand
M. van de Bor
W.P.F. Fetter
L.A.A. Kollée
R. de Leeuw
J.J.E.M. de Nef
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:144-7
Abstract

Samenvatting

Doel

Kritisch beschouwen van richtlijnen voor behandeling van hyperbilirubinemie bij gezonde, voldragen pasgeborenen, op grond van literatuurgegevens over de gevolgen van hyperbilirubinemie op de latere ontwikkeling.

Opzet

Systematisch literatuuronderzoek.

Plaats

Groningen.

Methode

Door elektronische en handmatige literatuurontsluiting volgens gepubliceerde richtlijnen werden gegevens verzameld over de relatie tussen de hoogste totale serumbilirubineconcentratie (TSB) van gezonde voldragen pasgeborenen in de 1e levensweek en hun latere ontwikkeling.

Resultaten

In één groot onderzoek, het ‘Collaborative perinatal project’ (CPP) werd een statistisch significant negatief verband aangetoond tussen een verhoogd TSB in de 1e levensweek en de Bayley-ontwikkelingsscore op de leeftijd van 8 maanden, het intelligentiequotiënt (IQ) op de leeftijd van 4 jaar en niet nader gespecificeerde neurologische afwijkingen op de leeftijd van 7-8 jaar. In de oorspronkelijke analysen van het CPP was niet gecorrigeerd voor storende variabelen. In andere onderzoeken, met aanzienlijk minder patiënten, werden andere resultaten gevonden.

Bij heranalyse van de CPP-gegevens was geen relatie tussen het TSB in de 1e levensweek en de latere ontwikkeling meer aantoonbaar. Op de leeftijd van 6 jaar werden geen significante verschillen gevonden ten aanzien van IQ, gehoor en neurologische afwijkingen tussen kinderen die als pasgeborene, vanwege een hyperbilirubinemie, wel of niet met fototherapie behandeld waren.

Conclusie

Behandeling van icterus bij gezonde voldragen pasgeborenen is pas geïndiceerd bij hogere bilirubinewaarden dan tot nu toe is aanbevolen.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Beatrix Kinderkliniek, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Dr.P.L.P.Brand, kinderarts.

Academisch Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Nijmegen.

Mw.prof.dr.M.van de Bor en dr.L.A.A.Kollée, kinderartsen-neonatologen.

Sophia Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Zwolle.

Dr.W.P.F.Fetter, kinderarts-neonatoloog.

Emma Kinderziekenhuis AMC, afd. Neonatologie, Amsterdam.

Dr.R.de Leeuw, kinderarts-neonatoloog.

Spaarne Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Haarlem.

J.J.E.M.De Nef, kinderarts.

Contact dr.P.L.P.Brand

Verantwoording

Namens de ad-hoccommissie Hyperbilirubinemie en Fototherapie van de sectie Neonatologie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties