artikel
Patiënten bij wie met andere opioïden geen adequate controle van de pijn door solide tumoren kan worden verkregen, kunnen baat hebben bij parenterale behandeling met hydromorfon. Dat concluderen Rotterdamse onderzoekers in een retrospectieve studie onder 104 terminale kankerpatiënten in Supportive Care in Cancer (2011; epub 23 augustus).
Hydromorfon is een semisynthetische variant van morfine en kan door een lipofiel karakter in veel hogere concentraties subcutaan worden geïnjecteerd. Wanneer de pijn door de reguliere behandeling met opioïden heenbreekt kan het daardoor een manier zijn om toch goede analgesie te bereiken.
Alle 104 met hydromorfon behandelde patiënten hadden voordat ze hydromorfon kregen al andere opiaten gebruikt, voornamelijk fentalyl en morfine, en 88% was al een keer geswitcht naar een andere formulering. De maligne pathologie van de veelal uitbehandelde patiënten verschilde, waarbij de grote meerderheid uitzaaiingen had en 81% op het moment van de start van hydromorfon geen antikankerbehandeling kreeg. Krap 60% van de patiënten kreeg hydromorfon met als voornaamste reden dat met reguliere opiaten geen afdoende doses konden worden toegediend. Bij de rest waren bijwerkingen van andere middelen de reden om hydromorfon te proberen.
In 83% van de patiënten bracht hydromorfon na een mediane behandelduur van 5 dagen de pijn onder controle, zonder dat daarbij onacceptabele bijwerkingen optraden. Gezien de mediane duur van effectieve pijnbestrijding van 57 dagen concluderen de Rotterdammers dat hydromorfon voor deze patiëntengroep een goede toevoeging aan het pijnbestrijdingsarsenaal kan zijn. Voorlopig zal het gebruik van de formulering wel gelimiteerd blijven tot gespecialiseerde centra. Omdat de stof niet in Nederland geregistreerd is moet de ziekenhuisapotheek de hydromorfon namelijk zelf produceren.
(Bijdrage: Lucas Maillette de Buy Wenniger.)
Reacties