Samenvatting
- Infectie met hoogrisicotypen humaan papillomavirus (hrHPV) speelt een centrale etiologische rol bij baarmoederhalskanker. Desalniettemin is carcinogenese van het baarmoederhalsepitheel een multistapsproces waarbij naast hrHPV-infectie overige factoren essentieel zijn.
- Recente gegevens hebben geleid tot het volgende concept van carcinogenese: hrHPV infecteert normaal plaveiselepitheel, waarbij in de meeste gevallen ofwel geen afwijking ontstaat, ofwel een laaggradige cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN) die spontane regressie vertoont. Beide fenomenen gaan gepaard met de verdwijning van het virus.
- Alleen persisterende hrHPV-infecties kunnen leiden tot een hooggradige CIN-afwijking. Slechts een gedeelte van deze afwijkingen ontaardt in een maligniteit.
- Bij de overgang van CIN 2 naar CIN 3 treedt een gedereguleerde expressie op van de hrHPV-oncogenen E6 en E7, die resulteert in genetische instabiliteit.
- Vervolgens treedt activering van het telomeerverlengende enzym telomerase op, waardoor cellen een oneindige celdelingscapaciteit krijgen.
- Uiteindelijk vinden opeenvolgende allelverliezen plaats op verschillende chromosomale locaties die, wanneer ze gevolgd worden door klonale uitgroei, kunnen resulteren in een invasief carcinoom.
Reacties