Samenvatting
Doel
Het verband vaststellen tussen huisstofmijtallergeen (Der p I)-concentraties in huisstof en CARA-verschijnselen bij kinderen.
Opzet
Patiënt-controleonderzoek.
Plaats
De provincies Gelderland en Noord-Holland.
Methode
Aan leerlingen van 38 scholen werden vragenlijsten mee naar huis gegeven; circa 6000 (80) werden geretourneerd. Een huisbezoek werd afgelegd bij 259 kinderen met chronische luchtwegsymptomen en bij 257 symptoomvrije kinderen (controlepersonen). In woonkamervloerstof, slaapkamervloerstof en matrasstof werd de Der p I-concentratie bepaald met behulp van een enzymimmuno-assay; de concentratie specifiek IgE werd in serum bepaald.
Resultaten
In 86,3 van de woningen werden Der p I-concentraties > 2000 ngg en in 55,0 waarden > 10.000 ngg gevonden. CARA-patiënten werden blootgesteld aan lagere Der p I-concentraties dan controlepersonen, mogelijk samenhangend met betere stofbestrijding. In woningen van tegen huisstofmijt gesensibiliseerde patiënten werden daarentegen hogere Der p I-concentraties gevonden dan bij niet-gesensibiliseerde patiënten (alleen gegevens van in het verleden niet-gesaneerde woningen).
Conclusie
Blootstelling aan Der p I in niet-gesaneerde woningen hing samen met een verhoogde sensibilisatie tegen huisstofmijt bij kinderen met chronische luchtwegsymptomen.
Reacties