Na de zeer verontrustende mededelingen over het toegenomen risico van borstkanker na hormonale substitutietherapie (HST) is men gaan zoeken welke combinaties van oestrogenen en progestativa hiervoor het meest verantwoordelijk zouden moeten worden gesteld. Zo incubeerden Franke et al. zowel oestrogeenreceptorpositieve (ER+) als -negatieve (ER-) borstkankercellijnen met…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:1240
Reacties