Samenvatting
- Bij ouderen neemt het fractuurrisico niet alleen toe door afgenomen botmassa en -kwaliteit, maar ook door een toegenomen risico te vallen.
- Dit verhoogde valrisico is deels een gevolg van afname van spiermassa en -kracht (sarcopenie), waarbij hormonale veranderingen die typisch zijn voor veroudering een rol spelen, alsmede ontoereikende voeding, met name een tekort aan eiwitten, aminozuren, calcium en vitamine D.
- Maatregelen die het val- en het fractuurrisico door spierzwakte beperken, betreffen vooral adequate voeding, extra calcium en vitamine D, vermindering van de factoren die het valrisico verhogen, gerichte spierversterkende oefentherapie en gebruik van heupbeschermers.
- Van hormoonsuppletie is vooralsnog geen gunstig effect aangetoond, terwijl de nadelen groot blijken te zijn.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1033-7
Reacties