Samenvatting
- Bij bacteriën komt geslachtelijke voortplanting niet voor. Het uitgangspunt bij bacteriële voortplanting is altijd één individu dat zich in twee identieke nakomelingen deelt.
- In de bacteriële wereld komt echter wel degelijk uitwisseling van erfelijke eigenschappen (DNA) voor. Dit wordt ook wel horizontale genoverdracht genoemd.
- Er zijn 3 basisvormen van uitwisseling van DNA tussen bacteriën: conjugatie, transductie en natuurlijke transformatie. Deze hebben elk een verschillende invloed op de soort.
- Bij conjugatie ontstaat er een tijdelijke verbinding tussen twee bacteriën, een conjugatieve pilus. In de ene bacterie wordt een stuk DNA gekopieerd en dit wordt getransporteerd naar de andere bacterie. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld een bepaald gen dat codeert voor resistentie tegen antibiotica doorgegeven.
- Bij transductie vindt er overdracht van DNA plaats met behulp van bacteriofagen. Het gen dat codeert voor het toxine dat door Vibrio cholerae wordt geproduceerd, wordt via transductie verspreid.
- Bij transformatie wordt buiten de cel gelegen DNA gefragmenteerd en binnengehaald in de cel, waarna het DNA via recombinatie in het gastheerchromosoom een oorspronkelijk stuk DNA vervangt. Transformatie zorgt onder meer voor antigene variatie in de kapsels van pneumokokken. Deze antigene variatie helpt de pneumokokken om weerstand te bieden aan de immuunrespons die leidt tot antilichaamvorming en goede opsonisatie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2709-14
Reacties