Eerdere artikelen uit deze reeks zijn gepubliceerd op bl. 2341, 2354, 2358 en 2382 van deze jaargang. Zie ook de artikelen op bl. 2410 en 2416.
Voorgeschiedenis
De therapeutische toepassing van de door Röntgen in 1895 ontdekte stralen berust op het effect dat deze op levend weefsel hebben. Grubbé in Chicago, producent van vacuümbuizen waarmee de stralen kunnen worden opgewekt en bovendien student medicijnen, had bij experimenten met stralen een ‘verbranding’ van de huid van zijn handen opgelopen en hij herkende de oorzaak daarvan. Hij vroeg raad aan zijn hoogleraar Ludlam, docent aan de homeopathische Heinemann-kliniek. Deze deed het voorstel om de stralen te gebruiken bij één van zijn patiënten ter behandeling van een ulcererend mammacarcinoom. Zulks geschiedde en het resultaat schijnt – hoewel kortdurend – gunstig te zijn geweest. Reeds in 1899 werden door huidartsen genezingen van huidcarcinomen door toepassing van de stralen, inmiddels Röntgenstralen genoemd…
Reacties