Honderd jaar orthopedie in Nederland. X. Sportletsel

Klinische praktijk
M.P. Heijboer
C.N. van Dijk
R.L. Diercks
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1130-6
Abstract

Samenvatting

Sportletsels ontstaan door telkens terugkerende gelijksoortige bewegingen, waarbij submaximale krachten worden aangewend. In de praktijk wordt de term, oneigenlijk, ook gebruikt voor blessures die ontstaan tijdens sporten, maar die evengoed daarbuiten kunnen ontstaan (bijvoorbeeld tijdens het werk).

Bij hardlopen kunnen letsels ontstaan van spieren (ruptuur, chronisch compartimentsyndroom), van pezen (peritendinitis, tendinosis, partiële ruptuur, insertietendinitis), van bot (stressfractuur) en van kraakbeen (artrose). Springen levert vooral risico voor de enkel, in het bijzonder voor het ontstaan van een anterieure- of posterieure-‘impingement’-syndroom. Werpen vraagt veel van de schouderspieren; mogelijke problemen zijn microrupturen in de rotatorenmanchet, afscheuring van het labrum glenoidale, chronische tendinitis van de bicepspees en entrapment van de N. suprascapularis.

De belangrijkste pijler van de behandeling is rust. Soms is bij blijvende klachten een operatieve ingreep nodig. Voorafgaande beeldvormende diagnostiek kan dan van waarde zijn.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

M.P.Heijboer, orthopedisch chirurg.

Academisch Medisch Centrum, afd. Orthopedie, Amsterdam.

Dr.C.N.van Dijk, orthopedisch chirurg.

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Groningen.

Dr.R.L.Diercks, orthopedisch chirurg.

Contact M.P.Heijboer

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties