Honderd jaar orthopedie in Nederland. III. Bottumoren

Klinische praktijk
R.P.H. Veth
J.W. van der Eijken
A.H.M. Taminiau
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:1004-9
Abstract

Samenvatting

In de jaren vijftig werden patiënten met een maligne bottumor behandeld met radiotherapie, eventueel aangevuld met ablatieve chirurgie, op advies van de in 1953 opgerichte Commissie voor Beentumoren. Deze commissie functioneert nog steeds. Sinds de jaren zeventig werd extremiteitsparende chirurgie mogelijk door de verbetering van beeldvormende technieken en van chemotherapie.

Tegenwoordig ondergaat 70 van de patiënten met een maligne tumor van het steun- en bewegingsapparaat oncologisch verantwoord extremiteitsparende chirurgie. Herstel van het chirurgisch defect is mogelijk met behulp van een endoprothese, homoloog of autoloog bot. Bij kinderen wordt vaak een rotatieplastiek toegepast, waarbij de voet 180° gedraaid aan het bovenbeen wordt gezet, waaraan een prothese wordt gepast. Bij volwassenen wordt deze techniek ook wel gebruikt, evenals inwendige (‘gewone’) prothesen en donorbot.

In de toekomst zal duidelijk moeten worden welke techniek de voorkeur heeft in welke situatie. Wellicht verbeteren de typering en de prognose van verschillende tumoren en daardoor het inzicht in de behandeling. Centralisatie van de behandeling van de zeldzame tumoren kan ook bijdragen aan verbetering van de behandeling en wetenschappelijk onderzoek ernaar.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Prof.dr.R.P.H.Veth, orthopedisch chirurg.

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, afd. Orthopedie, Amsterdam.

Prof.dr.J.W.van der Eijken, orthopedisch chirurg.

Academisch Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Leiden.

Prof.dr.A.H.M.Taminiau, orthopedisch chirurg.

Contact prof.dr.R.P.H.Veth

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties