Samenvatting
In veel chirurgische klinieken worden bijtwonden wegens een verhoogde kans op infectie niet primair gesloten, maar na ontsmetting met een biologisch gaas verbonden. Vooral in het gelaat en met name bij kinderen kunnen hierbij lelijke littekens overblijven. In de voorbije 10 jaar werden op de afdeling Plastische Heelkunde van het Akademisch Ziekenhuis te Gent 88 patiënten met 102 hondebeten in het gelaat primair chirurgisch behandeld. De voornaamste lokalisaties waren in wangen (26), neus (15) en lippen (36). Meer dan de helft van de patiënten waren kinderen jonger dan 15 jaar.
De behandeling bestond uit tetanusprofylaxe, voldoende wondtoilet met eventueel bijknippen van de wondranden en 87 maal primair sluiten van de wond, 9 maal primair transplanteren van huid of terughechten van geavulseerd weefsel en 6 maal huidtransplantatie na 1 tot 3 dagen. Antimicrobiële profylaxe werd toegediend bij 40 van de 88 patiënten. Behalve 2 maal onvolledig ingroeien van het transplantaat en 4 maal partiële necrose van het teruggehechte stuk huid met kraakbeen deden zich geen complicaties voor. In geen van de primair gesloten wonden ontstond infectie. Mits voldoende wondtoilet wordt verricht en steriele omstandigheden bestaan, kunnen hondebeten in het gelaat steeds primair worden gehecht.
Reacties