Hogere perinatale sterfte bij asielzoekers

Waarom dit onderzoek?

Onderzoek heeft aangetoond dat asielzoekers een slechtere fysieke en mentale gezondheid hebben dan de bevolking in de landen waar zij uiteindelijk terechtkomen. Ieder jaar arriveren er meer dan 20.000 asielzoekers in Nederland, van wie ongeveer een kwart een vrouw van vruchtbare leeftijd is en bij wie veel zwangerschappen voorkomen. Het is belangrijk om te achterhalen welke punten in de zorg rond zwangerschap van asielzoekers aandacht verdienen, om zo de zorg voor deze kwetsbare groep te verbeteren.

Onderzoeksvraag

Wat zijn de verschillen in zwangerschapsuitkomsten tussen asielzoekers in Nederland en de lokale bevolking?

Hoe werd dit onderzocht?

De onderzoekers vergeleken retrospectief de zwangerschapsuitkomsten van 344 vrouwen uit de asielzoekerscentra Ter Apel en Musselkanaal met de uitkomsten van 2323 vrouwen die in de periode 2012-2016 dezelfde Noord-Nederlandse klinieken hadden bezocht als de asielzoekende vrouwen.

Belangrijkste resultaten

De asielzoekers waren jonger dan de Nederlanders (26 vs. 29 jaar), hadden meer tienerzwangerschappen (8,7 vs. 2,1%) en hadden vaker al 4 of meer kinderen ter wereld gebracht (6,1 vs. 1,5%). Onder de kinderen van asielzoekers lag de perinatale sterfte hoger dan onder die van Nederlandse moeders (3,2 vs. 0,6%). Ook werden asielzoekers minder vaak ingeleid (36,9 vs. 43,8%), kregen ze vaker opioïden (27,3 vs. 22,0%) en lagen ze postnataal gemiddeld langer in het ziekenhuis (2,24 vs. 1,72 dagen). Van de 11 overleden baby’s bij de asielzoekers waren er 10 intra-uterien overleden en 1 binnen 24 uur na de geboorte. De vrouwen in kwestie hadden vaak afspraken bij de verloskundige gemist en te laat hulp gevraagd bij alarmerende symptomen. Ook hadden zij geen van allen de aanbevolen hoeveelheid foliumzuur genomen tijdens de zwangerschap. Hoewel de gemiddelde zwangerschapsduur langer was bij de asielzoekers dan bij de Nederlanders (39 4/7 vs. 38 6/7 weken), hadden de baby’s gemiddeld een lager geboortegewicht (3265 vs. 3385 g) en waren ze vaker klein voor de zwangerschapsduur (13,9 vs. 8,4%). Ook na correctie voor zwangerschapsduur bij geboorte en geboortegewicht bleef het risico op perinatale sterfte sterk verhoogd bij asielzoekers vergeleken met Nederlanders, met een factor 7,2.