Samenvatting
Doel
Beschrijving van de patiënten met idiopathische pulmonale fibrose (IPF) aangemeld voor longtransplantatie en evaluatie van de toepassing van de huidige richtlijnen voor verwijzing voor longtransplantatie in Nederland.
Opzet
Retrospectieve studie.
Methode
Alle patiënten met een interstitiële longziekte die werden aangemeld voor longtransplantatie van september 1989-juni 2010, werden geïncludeerd in de studie. Patiënten met de diagnose ‘IPF’ volgens de ‘American Thoracic Society-European Respiratory Society’-criteria voor IPF werden geïncludeerd. Van deze patiënten werden klinische data op het moment van screening voor longtransplantatie en overlevingsdata verzameld.
Resultaten
289 patiënten met IPF werden aangemeld voor longtransplantatie. Na een eerste evaluatie voor contra-indicaties en een uitgebreide screening werden 90 patiënten op de wachtlijst geplaatst. Tijdens de wachtlijstperiode overleden 30 patiënten (33%), 7 werden van de wachtlijst gehaald vanwege nieuwe comorbiditeit of te sterke afname van de fysieke conditie, 51 werden getransplanteerd en 2 stonden nog op de wachtlijst bij het beëindigen van de dataverzameling. Op het moment van screening was de gemiddelde geforceerde vitale capaciteit (FVC) van deze patiënten 51% van de voorspelde waarde (SD: 19,0) en de gemiddelde diffusiecapaciteit 27% van de voorspelde waarde (SD: 9,3).
Conclusie
Een derde van de IPF-patiënten op de wachtlijst overleed voordat donorlongen beschikbaar waren. De gemiddelde diffusiecapaciteit van 27% van voorspeld op het moment van screening bleek aanzienlijk lager dan de internationale richtlijnen adviseren voor plaatsing op de wachtlijst. Deze studie laat daarom zien dat het moment van screening van IPF-patiënten voor longtransplantatie kan worden verbeterd in Nederland.
Reacties