Samenvatting
Doel
Beschrijven van doodsoorzaken van asielzoekers in vergelijking met een Nederlandse standaardpopulatie en het benoemen van preventieve maatregelen met het oog op vermijdbare sterfte.
Methode
Analyse van doodsoorzaken onder asielzoekers in de centrale opvang in 1998-1999 op basis van beschikbare gegevens van het Centraal Opvangorgaan Asielzoekers (COA). De primaire doodsoorzaak werd toegekend volgens de ‘International classification of diseases’ (ICD-10) en gegroepeerd volgens de belangrijke-doodsoorzaken(BELDO)-lijst van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Na stratificatie voor geslacht werden voor leeftijd gestandaardiseerde sterftequotiënten (SMR) berekend.
Resultaten
Bij 82 van de overlijdensgevallen onder asielzoekers was een beschrijving van de doodsoorzaak te achterhalen. In de onderzoeksperiode overleden in totaal 156 asielzoekers, van wie 49 door een niet-natuurlijke dood en 15 door een infectieziekte. Er werden 14 kinderen dood geboren in de indexpopulatie van 37.688 in 1998 en 54.110 in 1999. Het bruto sterftecijfer voor mannelijke asielzoekers was 1,95 per 1000 en voor vrouwen 1,25 per 1000. De SMR onder mannelijke asielzoekers was 1,23 (95-BI: 1,01-1,42) en voor vrouwen 0,85 (0,59-1,11) in vergelijking met de Nederlandse standaardpopulatie. De hogere sterfte onder mannen was herleidbaar op infectieziekten met een SMR van 4,1 (1,3-6,9) en niet-natuurlijke dood: 2,5 (1,7-3,2). Meer specifiek: verdrinking had een SMR van 11,1 (2,3-20,7), moord en doodslag van 7,3 (2,5-12,0) en suïcide van 2,8 (1,5-4,1). De helft van de infectieziektesterfte werd door aids veroorzaakt.
Conclusie
Verdrinking, moord, doodslag en suïcide droegen in belangrijke mate bij aan de verhoogde sterfte onder mannelijke asielzoekers in Nederland in 1998-1999. Voor een deel van deze sterfte zijn preventieve maatregelen te treffen.
Reacties