Samenvatting
Doel
Door familieonderzoek vaststellen wat de puntprevalentie is van de ziekte van Rendu-Osler-Weber (hereditaire hemorragische teleangiëctasie (HHT)) bij de Afro-Caribische bevolking van de Nederlandse Antillen, het opsporen van patiënten met pulmonale arterioveneuze malformaties (pulmonale AVM's), en het vinden van de verantwoordelijke mutaties.
Opzet
Onderzoek van eerstegraadsfamilieleden van 23 patiënten met HHT.
Methode
219 personen ouder dan 12 jaar met een eerstegraadsfamilielid met HHT werden onderzocht door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek. De diagnose werd gesteld op basis van de nieuwe diagnostische Curaçao-criteria. Een thoraxröntgenfoto en transcutane oxymetrie of meting van de arteriële zuurstofspanning werden gebruikt om pulmonale AVM's op te sporen. De exonen van endogline en ‘activin receptor-like’-kinase-1 werden onderzocht met sequentieanalyse.
Resultaten
De diagnose ‘HHT’ werd gesteld bij 112 patiënten (51); de puntprevalentie was daarmee 1 op 1331 inwoners van Curaçao en Bonaire ouder dan 12 jaar. De diagnose was onzeker bij 27 van de familieleden. Epistaxis deed zich voor bij 98 en teleangiectasieën waren aanwezig bij 99. Teleangiectasieën op het gelaat waren betrekkelijk zeldzaam door cutane pigmentatie. Pulmonale AVM's werden gevonden bij 28, met bij 48 van de patiënten ernstige, vooral neurologische complicaties. Er werden 3 haplotypen gevonden, veroorzaakt door 2 bekende mutaties van endogline en 1 onbekende mutatie. Eén van de bekende mutaties komt ook voor bij een Zeeuwse familie en het is aannemelijk dat deze mutatie enkele eeuwen geleden in de snel groeiende slavenpopulatie is geïntroduceerd door een kolonist.
Conclusie
De puntprevalentie van HHT in de Afro-Caribische bevolking van Curaçao en Bonaire was de hoogste ter wereld. Dit is onder andere van belang voor de gezondheidszorg in Nederland in regio's waar veel geëmigreerde Antillianen wonen. Pulmonale AVM's kwamen vaak voor en leidden tot ernstige complicaties.
Reacties