Hoe schrijven Nederlandse kranten over hersenonderzoek?*

Onderzoek
Nienke van Atteveldt
Sandra I. van Aalderen-Smeets
Carina Jacobi
Nel Ruigrok
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A8324
Abstract

Samenvatting

Doel

In kaart brengen hoe kritisch en nauwkeurig Nederlandse kranten over wetenschappelijk hersenonderzoek schrijven, zodat gerichte aanbevelingen kunnen worden gedaan om communicatie over hersenonderzoek te verbeteren.

Opzet

Media-analyse met codering op artikelniveau.

Methode

Van alle krantenartikelen over hersenonderzoek uit 2008-2012 werd gecodeerd hoe kritisch ze waren en hoeveel onderzoekdetails ze overbrachten. Daarnaast onderzochten we of een nieuwsgolf – dat wil zeggen: een periode van verhoogde aandacht voor hersenonderzoek – effect had op hoe kritisch en nauwkeurig een artikel was. Op dezelfde manier onderzochten we ook de effecten van het type krant en het onderwerp waarover werd geschreven.

Resultaten

De meeste artikelen over hersenonderzoek waren weinig kritisch. Een kwart van de artikelen besprak nadelen of beperkingen van het onderzoek. Gemiddeld noemden de artikelen 1 van de 4 onderzoekdetails waarop we ze onderzochten. Artikelen die gepubliceerd waren tijdens nieuwsgolven waren vaker optimistisch en minder vaak neutraal dan artikelen van buiten nieuwsgolven, maar de mate van nauwkeurigheid was hetzelfde. Het onderwerp van het artikel beïnvloedde zowel hoe kritisch als hoe nauwkeurig een artikel was. Artikelen over leren en ontwikkeling waren vaker optimistisch geschreven dan die over andere onderwerpen, terwijl in artikelen over rechtspraak juist vaker nadelen werden genoemd. Artikelen over gezondheid scoorden het hoogst op nauwkeurigheid. Er waren ook verschillen tussen typen van kranten: kwaliteitskranten scoorden hoger op nauwkeurigheid dan gratis kranten en waren kritischer dan zowel populaire als gratis kranten.

Conclusie

Onderzoekers doen er goed aan zich te realiseren dat maar weinig details over hun onderzoek in krantenartikelen worden overgebracht, met name in populaire en gratis kranten. Vooral tijdens periodes van verhoogde media-aandacht moeten de beperkingen van de besproken onderzoeken niet vergeten worden, en vooral bij artikelen over hersenen en leren moeten onderzoekers en media oppassen voor te veel optimisme.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in PLoS ONE (2014:9;e104780) met als titel: ‘Media reporting of neuroscience depends on timing, topic and newspaper type’. Afgedrukt met toestemming.

VU, afd. Onderwijsneurowetenschap, Amsterdam.

Dr. N. van Atteveldt, cognitief neurowetenschapper (tevens: Universiteit van Maastricht, Capaciteitsgroep Cognitieve Neurowetenschappen, Maastricht).

Universiteit Twente, Centre for Science Education and Talent Development, Enschede.

Dr. S.I. van Aalderen-Smeets, onderwijsonderzoeker.

University of Vienna, Department of Communication, Wenen, Oostenrijk.

Carina Jacobi, MA, MSc, communicatiewetenschapper.

Erasmus Universiteit, Erasmus School of History, Culture and Communciation, Rotterdam.

Dr. N. Ruigrok, communicatiewetenschapper.

Contact dr. N. van Atteveldt (n.m.van.atteveldt@vu.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Nienke van Atteveldt ICMJE-formulier
Sandra I. van Aalderen-Smeets ICMJE-formulier
Carina Jacobi ICMJE-formulier
Nel Ruigrok ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties