Elke tijd en elke plaats kent zijn eigen deugden. Dé nieuwetijdse deugd in het onderwijs is ‘excellentie’. Het komen en gaan van deugden weerspiegelt de tijdsgeest. Dokters blijken daar niet immuun voor en hebben de norm ‘streven naar excellentie’ ook omarmd. Maar hoe gezond is dit streven?
Nieuwe deugden
Elke tijd vraagt eigen competenties, vandaag weer andere dan in de tijd van Boerhaave. De ‘21e-eeuwse competenties en vaardigheden’ hebben daarom een stevige plek in het medisch curriculum gekregen.1 Competenties an sich – zelfs 21e-eeuwse – zijn ongevaarlijk.
De competenties die we van dokters vragen worden bepaald door de waarden en deugden die we waardevol achten. En wanneer die waarden gaan verschuiven, is het tijd voor reflectie. Belangrijke deugden in de geneeskunde waren eeuwenlang altruïsme, compassie, trouw en zelfopoffering. De laatste decennia lijken deze deugden echter verworden tot ondeugden.2 Nu is een goede dokter juist iemand met duidelijke grenzen…
Reacties