De latere arts en wereldverbeteraar Thomas Hodgkin (figuur 1) wordt in 1798 geboren in Pentonville, bij Londen.1,2 Zijn ouders zijn Quakers, een ascetische geloofsgemeenschap waaraan Thomas trouw zal blijven. Onderwijs krijgt hij van zijn vader, reizend huisleraar. Op zijn 19e wordt hij leerling bij gelijkgezinde apothekers; geneeskunde en farmacie (lees: botanie) zijn dan grotendeels overlappende disciplines. In Guy’s Hospital volgt hij – vaak roerige – lessen in anatomie en heelkunde. De studie vervolgt hij in Edinburgh, maar de docenten teren op vergane glorie. Daarom brengt hij het laatste jaar door in Parijs, het mekka van de moderne geneeskunde dankzij klinisch-pathologische en numerieke methoden; hij leert er ook het gebruik van de stethoscoop. In 1823 wordt hij arts, reist daarna een jaar door Italië als lijfarts van een vermogende tuberculosepatiënt en is dan weer maandenlang in Parijs.
In 1825 krijgt Hodgkin een aanstelling – aanvankelijk onbezoldigd – in het Guy’s…
Reacties