Samenvatting
December 1985 werd begonnen met een onderzoek naar de prevalentie van seropositiviteit voor HIV en de risicofactoren voor HIV-infectie bij druggebruikers in Amsterdam. Het onderzoek vindt plaats op 7 methadonposten en de avondpolikliniek voor verslaafde prostitué(e)s. 459 druggebruikers werden tot nu toe in het onderzoek opgenomen; 82 had intraveneus drugs gebruikt, 79 van de 238 vrouwen en 13 van de 221 mannen meldden zich geprostitueerd te hebben. Vrouwelijke prostituées zeiden voornamelijk vaginaal en orogenitaal contact te hebben en daarbij regelmatig condooms te gebruiken (86 resp. 66). Mannelijke prostitués hadden voornamelijk orogenitaal contact of bedreven masturbatie. Bij opname in het onderzoek waren 122 (27) van de gehele groep druggebruikers HIV-seropositief. (118122 waren i.v. druggebruikers, 3122 mannelijke homoseksuelen en 1122 een niet intraveneus druggebruikende prostituée.)
Risicofactoren, onafhankelijk geassocieerd met HIV-infectie onder de intraveneuze-druggebruikers waren: frequentie van gebruik van vuile naaldenspuiten, eerste en laatste moment van intraveneus druggebruik, verblijfsduur in Amsterdam, de Duitse nationaliteit en heroïne roken. Het doorgemaakt hebben van herpes zoster en de aanwezigheid van gezwollen lymfeklieren bleken de hoogste voorspellende waarde te hebben voor het bestaan van een HIV-infectie.
De HIV-seroprevalentie stijgt onder intraveneuze-druggebruikers in Amsterdam, maar lijkt niet zo snel te gaan als in andere Europese steden. Bemoedigend is dat de intraveneuze-druggebruikers hun riskant gedrag gewijzigd lijken te hebben. Hoe deze wijziging de verdere verspreiding van het HIV in deze groep zal beïnvloeden, moetafgewacht worden.
Reacties