artikel
Enige tijd geleden las ik de biografie van Hector Treub (1856-1920) die, amper 30 jaar oud, benoemd werd tot hoogleraar gynaecologie in Leiden en ook zeer actief was in de hoofdredactie van ons tijdschrift. Eén van de aardige aspecten van het lezen van een biografie is dat men niet alleen een beeld krijgt van de persoon die beschreven wordt maar ook van de tijdsgeest in de periode waarin de betrokkene leefde. Zo leren wij uit Treubs biografie dat het met de toenmalige financiering van de universiteiten niet altijd zo best gesteld was. De door de rijksoverheid beschikbaar gestelde budgetten waren vaak al halverwege het jaar opgemaakt en als hij toch goede zorg wilde verlenen, moest Treub nogal eens een beroep doen op de gemeente. Blijkbaar moest de gemeente een deel van de taak van het Rijk overnemen waar het de gezondheidszorg betrof. Enig historisch besef zou dus op zijn plaats zijn want gezien de ontwikkelingen die wij nu meer dan 100 jaar later doormaken, lijkt er weinig veranderd te zijn. Een soort zich herhalende geschiedenis dus. Maar hebben wij wat geleerd van die geschiedenis? Ik ben bang van niet.
Dat geldt overigens ook voor een heel ander aspect van ons vak, namelijk de farmacotherapie. We weten inmiddels allemaal wel dat er nogal selectief wordt gepubliceerd over niet alleen de (on)werkzaamheid maar vooral ook over de bijwerkingen van een bepaald geneesmiddel of van een groep van geneesmiddelen. Dit is één van de redenen waarom sommige stoffen pas na lange tijd van de markt verdwijnen als ze toch te weinig effect blijken te hebben of teveel bijwerkingen veroorzaken. Natuurlijk, soms kan een bijwerking de behandelend arts op het spoor brengen van een onderliggende aandoening zoals Jacob Bosma en zijn collega’s deze week fraai illustreren in hun klinische les (A7184). Meestal echter geeft een bijwerking alleen maar problemen.
Hoewel niet elke bijwerking gelijk tot het uitbannen van een geneesmiddel hoeft te leiden, blijft farmacovigilantie een belangrijk onderdeel van ons takenpakket maar één waar we nog te weinig aandacht aan besteden. In dit nummer van het tijdschrift betoogt Leo Offerhaus dat wij niet zouden moeten schromen om verouderde middelen, waarvan het nut twijfelachtig is of die zelfs gevaarlijk zijn, veel sneller uit ons arsenaal te verwijderen (A7362). Hij constateert tevens dat het mogelijk is dat stoffen die wij eigenlijk al afgeschreven hadden toch in een andere vorm en via een omweg weer in ons medisch circuit terechtkomen. In feite herintroduceren we daarmee mogelijk oude problemen. Een zich herhalende geschiedenis? Historisch besef blijft ook voor ons nog steeds noodzakelijk.
Reacties