Heterozygotie voor zowel de factor-V-Leiden- als de protrombinegen-G20210A-mutatie verhoogt de kans op een recidief van diepe veneuze trombose

Nieuws
R.T. de Jongh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:860

De meest voorkomende oorzaak voor hereditaire trombofilie zijn mutaties in het factor-V- en het protrombinegen (respectievelijk factor V Leiden (FVL) en G20210A genoemd). Het relatieve risico (RR) op diepe veneuze trombose is bij de G20210A-mutatie met een factor 2,7 tot 3,8 verhoogd; over het risico bij de FVL-mutatie bestaat nog…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties