Het vóórkomen van irregulaire antistoffen in de zwangerschap; een prospectief onderzoek in de regio 's-Hertogenbosch

Onderzoek
B. de Vrijer
E.J. Harthoorn-Lasthuizen
H.P. Oosterbaan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2523-7
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van prevalentie en klinische relevantie van irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA) bij multigravidae en bij primigravidae met een transfusie in het verleden.

Opzet

Prospectief, longitudinaal cohortonderzoek.

Methode

In de regio 's-Hertogenbosch werd bij primigravidae met een bloedtransfusie in de voorgeschiedenis en bij multigravidae het reguliere bloedonderzoek bij de intake uitgebreid met screening op IEA. Indien deze werden aangetoond, werd de partner onderzocht op het betreffende antigeen. Bij een positieve uitslag vond controle in de zwangerschap plaats conform het beleid bij RhD-antagonisme. Kinderen die positief waren voor het betreffende antigeen werden onderzocht op het antagonisme en op uitingen van hemolytische ziekte van de pasgeborene.

Resultaten

In een periode van 2,5 jaar (augustus 1995-januari 1998) werd onderzoek naar IEA verricht bij 2392 zwangeren, 2204 multigravidae en 188 primigravidae. Bij 65 vrouwen werden 81 IEA vastgesteld. Van de 30 kinderen die positief waren voor het betreffende antigeen hadden 12 (40) klinische verschijnselen van hemolytische ziekte van de pasgeborene; 1 maal trad een intra-uteriene vruchtdood op, 1 maal stierf een kind direct post partum; 1 kind had een hydrops foetalis en bij 2 kinderen was een wisseltransfusie noodzakelijk. Er kregen 7 kinderen fototherapie, een gewone transfusie of beide. De meeste gevallen van hemolytische ziekte van de pasgeborene werden veroorzaakt door anti-D-, anti-Kell- en anti-c-antistoffen.

Conclusie

Bij 1,6 van de gescreende zwangeren werden niet-RhD-IEA aangetoond. Het lijkt zinvol, gezien de mogelijkheden tot vroegtijdige diagnostiek en behandeling van hemolytische ziekte van de pasgeborene, reeds in het eerste trimester sceening op IEA te verrichten.

Auteursinformatie

Bosch Medicentrum, Postbus 90.153, 5200 ME 's-Hertogenbosch.

Afd. Gynaecologie en Verloskunde: mw.B.de Vrijer, assistent-geneeskundige; dr.H.P.Oosterbaan, gynaecoloog.

Afd. Inwendige Geneeskunde: mw.E.J.Harthoorn-Lasthuizen, internist.

Contact mw.E.J.Harthoorn-Lasthuizen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties