Het therapeutisch gebruik van monoklonale antilichamen

Opinie
J. Verhoef
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:694-5

Al sinds het eind van de vorige eeuw worden antilichamen als therapeutica gebruikt. In het begin van deze eeuw werden talrijke ziekten, zoals tetanus, rabies, difterie en pneumokokkeninfecties, met behulp van serum behandeld. Vaak ging een dergelijke behandeling gepaard met bijwerkingen. Serumziekte was een gevreesde complicatie. Weliswaar kon de incidentie van deze bijwerkingen worden teruggebracht toen men gezuiverde immunoglobulinen ging gebruiken, maar het op grote schaal beschikbaar komen van antibiotica heeft tot gevolg gehad dat immunotherapie nog maar op bescheiden schaal toegepast wordt.

Ondanks talrijke antibiotica is de morbiditeit en ook de mortaliteit van infecties de laatste 20 jaren niet verder gedaald. De oorzaak hiervan is dat het aantal patiënten dat vatbaar is voor infecties toeneemt. De toenemende vergrijzing van de bevolking en het grotere technisch kunnen van de medische wetenschap hebben ertoe geleid dat veel patiënten in ziekenhuizen behandeld worden die een stoornis in de afweer hebben en daardoor…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Klinische Microbiologie en Laboratorium Infectieziekten, Postbus 85500, 3508 GA Utrecht.

Prof.dr.J.Verhoef, medisch microbioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties