Het stellen van de diagnose bij kinderen met autisme en verwante contactstoornissen

Klinische praktijk
R.B. Minderaa
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:222-5

Het stellen van de diagnose kinderlijk autisme is lastig. Signalen bij het kind worden vaak niet herkend of onjuist geïnterpreteerd. De zorg van de moeder wordt dikwijls overdreven geacht, haar verhaal gebagatelliseerd. Signalering van de problemen en herkenning van het beeld door de arts is echter voorwaarde voor het op gang brengen van de juiste hulpverlening.

Dit artikel volgt de recente internationale literatuur betreffende kinderlijk autisme en aan autisme verwante contactstoornissen. Het is echter in de eerste plaats gebaseerd op de klinische ervaring van de schrijver in het stellen van deze diagnoses bij enkele honderden kinderen in de afgelopen zes jaar.

Het diagnostisch proces kent drie stappen: de inventarisatie van de stoornissen, de herkenning van het mozaïek van autistische elementen en de classificatie van autistische patronen.

De inventarisatie

Bij kinderlijk autisme is sprake van een stoornis in de ontwikkeling van belangrijke cognitieve, sociale en bewegingsvaardigheden van het kind. Deze stoornis…

Auteursinformatie

Prof.dr. R.B.Minderaa, kinder- en jeugdpsychiater.

Contact Academisch Ziekenhuis, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Postbus 300.001, 9700 RB Groningen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties