De meest gebruikte maat voor het bepalen van de nierfunctie is de concentratie van het creatinine in het serum. Deze varieert omgekeerd evenredig met de glomerulaire-filtratiesnelheid (GFR). De GFR is gedefinieerd als de hoeveelheid plasma die per tijdseenheid door de glomeruli gefiltreerd wordt en wordt in het algemeen als de ‘echte’ nierfunctie beschouwd. Doorgaans krijgt men door meting van het creatininegehalte in het serum een redelijk betrouwbare indruk van de GFR, maar er zijn gelegenheden waarbij de nierfunctie schromelijk overschat of onderschat wordt, indien dit gehalte alléén als maat gebruikt wordt. Dit zal aangetoond worden aan de hand van een bespreking van het metabolisme van het creatinine.
Theoretische achtergrond
Bij het afleiden van de nierfunctie uit de gehalten van het creatinine in het serum gaat men stilzwijgend uit van enkele veronderstellingen.1
(1) creatinine-excretie = creatinineproduktie In een evenwichtstoestand is de uitscheiding van creatinine gelijk aan de produktie ervan.
(2)…
Reacties