Het risico van sigaar en pijp roken blijft lezers bezighouden, getuige de vragen in deze rubriek (1996;1700 en 1997;59). Tot het moment dat de directe oorzaken zijn gevonden, zal men in dezen met waarnemingen genoegen moeten nemen.
Bij 1000 patiënten die in het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit geopereerd werden wegens longcarcinoom, werd de rookgewoonte genoteerd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek bepaalt, steekproefsgewijs, de rookgewoonte van de Nederlandse bevolking. Zoals te verwachten was, bleek bij een vergelijking van deze gegevens het roken van sigaretten aanzienlijk vaker voor te komen bij de longcarcinoompatiënten dan bij de Nederlandse bevolking (tabel). Opvallend was het verschil bij degenen die alleen sigaren roken. Het roken van een pijp zonder ander tabaksgebruik komt te weinig voor om enige vergelijking te maken.
Natuurlijk zijn er bezwaren aan te voeren tegen deze presentatie. Het betreft slechts een fractie van de longcarcinoompatiënten. Selectie…
Reacties