Het nuttig effect van het serologische screeningsprogramma voor lues bij zwangere vrouwen in Amsterdam in de periode 1985-1989

- The results of the serological syphilis screening programme for pregnant women in the region of Amsterdam in the period 1985-1989 are described. In addition, a cost-benefit analysis was done to determine useful effects of the programme.

Every GP and obstetrician routinely takes blood samples from pregnant women to determine the blood group, rhesus factor and syphilis serology. In the period 1985-1989, a total of 37.520 serum samples were screened for syphilis in the Amsterdam region by the Central Laboratory of the Blood Transfusion Service (until mid-1986) and by the Regional Public Health Laboratory of the Municipal Health Service (from mid-1986). In 55 women (0.15 ) both the Treponema pallidum haemagglutination assay (TPHA) and the venereal disease research laboratory (VDRL) tests were positive. Further evaluation of these 55 women ultimately brought to light 10 women with positive syphilis serology who had not been treated and consequently might infect their child with Treponema pallidum. Considering the various transmission percentages of the bacterium from mother to foetus, which depend on the stage of the maternal infection, the screening programme has prevented two cases of congenital syphilis. This brings the cost-benefit ratio of the syphilis screening programme for the region of Amsterdam to 1:6.2.

In view of these findings there is no reason to reconsider the current screening practice in Amsterdam.

Samenvatting

In dit artikel worden de resultaten van het serologisch screeningsprogramma voor lues bij zwangere vrouwen in de regio Amsterdam in de periode 1985-1989 beschreven. Tevens is een kosten-batenanalyse opgesteld om het nuttig effect van het programma te kunnen bepalen.

Elke controlerend arts of verloskundige neemt bij zwangere vrouwen routinematig bloed af ter bepaling van bloedgroep, rhesusfactor en luesserologie. In totaal zijn in dit verband in de jaren 1985-1989 in de regio Amsterdam 37.520 sera op lues gescreend door het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (tot medio 1986) en het Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid bij de GG en GD (vanaf medio 1986). Bij 55 vrouwen (0,15) waren zowel de Treponema pallidum-haemagglutinatie-assay (TPHA) als de venereal disease research laboratory (VDRL)-test positief. Nadere evaluatie van deze 55 vrouwen leverde uiteindelijk 10 vrouwen met positieve luesserologie-uitslag op die niet behandeld waren en die daardoor mogelijk hun kind konden besmetten met Treponema pallidum. Uitgaande van verschillende transmissiepercentages van de bacterie van de moeder naar de foetus, afhankelijk van het stadium van de infectie bij de moeder, zijn er door het screeningsprogramma 2 gevallen van congenitale lues voorkomen. De kosten-batenverhouding van het screeningsprogramma op lues voor de regio Amsterdam komt hierdoor op 1:6,2.

Op basis van deze gegevens is er geen reden de huidige uitvoering van de screening in Amsterdam te heroverwegen.