Acht jaar geleden verscheen in dit tijdschrift een caput selectum over de betekenis van systolische hypertensie.1 Daarin werd gesteld dat deze vorm van bloeddrukverhoging niet langer als onschuldige curiositeit mocht worden beschouwd, maar tevens werd aangegeven dat nog niet bewezen was dat de kans op cardiovasculaire complicaties door antihypertensieve middelen kon worden beïnvloed. Vormde deze constatering tot voor kort nog een alibi voor sceptici om in geval van systolische hypertensie af te zien van behandeling, thans zijn wij aan herbezinning toe. In juni 1991 werden namelijk de resultaten gepubliceerd van het ‘systolic hypertension in the elderly program’ (SHEP)-onderzoek.2
Het doel van het SHEP-onderzoek, dat na een pilot-fase pas in 1984 volledig op gang kwam, was om na te gaan of antihypertensie-behandeling het risico van cerebrovasculaire accidenten (CVA's) bij patiënten van 60 jaar en ouder met systolische hypertensie kon verminderen.2 Systolische hypertensie was daarbij gedefinieerd als een systolische…
Reacties