Zie ook het artikel op bl. 503.
Enige tijd terug kwam een jonge vrouwelijke beroepsmusicus via een neuroloog op mijn spreekuur met tintelingen in de vingers en vermoeidheid in de rechter arm tijdens het uitoefenen van haar beroep als violist. Een duidelijke diagnose was niet te stellen en er werd per exclusionem gedacht aan een neurogeen costoclaviculair compressiesyndroom. Halsribben waren niet aanwezig. Houdingstherapie hielp niet. Omdat door haar klacht arbeidsongeschiktheid dreigde, werd haar het voordeel van de twijfel gegeven en een transaxillaire eerste ribresectie met scalenotomie voorgesteld. Gezien het invaliderende karakter van de klachten stemde zij in met operatie. Een aantal weken na de ongecompliceerd verlopen operatie was zij klachtenvrij en weer goed in staat haar beroep uit te oefenen.
Vroeger werd de diagnose ‘costoclaviculair compressiesyndroom’ vaak gesteld en kwamen operatieve behandelingen frequent voor. De resultaten van behandeling waren nogal eens teleurstellend. Dit heeft een kwaad licht geworpen op…
Reacties