Het gebruik van protocollen op een neurologische afdeling

To assess the use of protocols in a neurological department.

Design

Prospective study.

Setting

Academic Medical Centre, Amsterdam.

Method

Protocols were drafted by residents and staff members, criticised in protocol meetings and amended if necessary. During 6 months it was ascertained in each newly admitted patient (n = 317), whether a protocol was available, whether it was used and if not, why not.

Results

During the period before the introduction of the protocol for brain infarction and TIA (the largest category), protocols were available for 20 of the patients and used in 61 of those patients. After introduction of the brain infarctionTIA protocol, these percentages rose to 46 and 82, respectively. Protocols were not used if doctors were not aware of them or forgot to use them or if they were not applicable to individual patients.

Conclusion

Writing and implementing protocols are feasible in neurological departments.

Samenvatting

Doel

Inventarisatie van het gebruik van protocollen op een neurologische afdeling.

Opzet

Prospectief onderzoek.

Plaats

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Methode

De protocollen werden opgesteld door assistent-geneeskundigen en stafleden, en in protocolbesprekingen bekritiseerd en zo nodig gecorrigeerd. Gedurende een half jaar werd per nieuw opgenomen patiënt (n = 317) nagegaan of er een protocol voor bestond, of het gebruikt werd, en zo nee waarom niet.

Resultaten

In de onderzoeksperiode voor de invoering van het protocol voor herseninfarcten en ‘transient ischaemic attacks’ (TIA's), de grootste categorie, was er een protocol voor 20 van de patiënten en dat werd bij 61 van die patiënten ook gebruikt. Na de invoering van het herseninfarctTIA-protocol was er voor 46 van de patiënten een protocol en dat werd bij 82 van die patiënten gebruikt. Protocollen werden niet gebruikt doordat men het betreffende protocol niet kende, het vergat te gebruiken of het niet toepasbaar was op die individuele patiënt.