Samenvatting
Doel
Het bestuderen van het effect van een gestandaardiseerde testmaaltijd op verschillende tijdstippen van de dag op de postprandiale bloeddruk bij geriatrische patiënten.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
Bij 14 patiënten (6 mannen, 8 vrouwen; leeftijd: 66-97 jaar) die in de periode maart-augustus 2000 werden opgenomen op de afdeling Geriatrie en die postprandiale hypotensie bleken te hebben, werd op 3 verschillende dagen, in willekeurige volgorde, een gestandaardiseerde vloeibare testmaaltijd gegeven in de ochtend, de middag of de avond. Systolische en diastolische bloeddruk en hartfrequentie werden elke 10 min gemeten met een automatische bloeddrukmeter van 20 min voor inname van de testmaaltijd tot 90 min erna. Symptomen werden elke 15 min geregistreerd. Postprandiale hypotensie was gedefinieerd als een bloeddrukdaling ≥ 20 mmHg in de 90 min na de maaltijd.
Resultaten
Na elke testmaaltijd traden veranderingen op in systolische en diastolische bloeddruk. De gemiddelde maximale daling in systolische bloeddruk was in de avond (–18 mmHg; SEM: 3) kleiner dan in de ochtend (–29 mmHg; 2) of in de middag (–34 mmHg; 4). 8 patiënten vertoonden ’s avonds geen postprandiale hypotensie, terwijl alle patiënten postprandiale hypotensie hadden na inname van de testmaaltijd op het tijdstip van ontbijt of lunch. Na de avondtest was de duur van de hypotensie korter en waren de symptomen minder frequent en minder ernstig dan in de ochtend of in de middag.
Conclusie
Bij geriatrische patiënten met postprandiale hypotensie varieerde de bloeddruk na inname van een gestandaardiseerde testmaaltijd over de dag, met minder bloeddrukdaling en symptomen in de avond.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1457-62
Reacties