Het effect van behandeling met corticosteroïden en ß-sympathicomimetica per inhalatie op de bronchiale prikkelbaarheid bij kinderen met astma

Onderzoek
E.E.M. van Essen-Zandvliet
H.J. Neijens
K.F. Kerrebijn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:257-61
Abstract

Samenvatting

Bij 19 kinderen (leeftijd 7-18 jaar) met allergisch astma, een minimale bronchoconstrictie (geforceerde vitale capaciteit en expiratoire 1-secondevolume (FEV1) > 80 van de voorspelde waarde) en een toegenomen bronchiale prikkelbaarheid (dosis methacholine die een daling van 20 van het FEV1 geeft (PD20) < 150 µg) werd het effect van langdurige behandeling met inhalatiecorticosteroïden (budesonide; n = 12) en inhalatie-β-sympathicomimetica (terbutaline; n=7) op de bronchiale prikkelbaarheid onderzocht. Na 6 maanden behandeling was bij 7 van de 12 patiënten die met budesonide werden behandeld de PD20 statistisch significant toegenomen, bij 4 met een factor 4. Deze stijging trad voornamelijk in de eerste 2 maanden op. In de met terbutaline behandelde groep daalde de PD20 bij 4 van de 7 patiënten; bij geen van hen trad een verbetering op. Deze bevindingen steunen de hypothese dat ontstekingremmende inhalatiecorticosteroïden afname van de bronchiale prikkelbaarheid veroorzaken en dat inhalatie-β-sympathicomimetica, die geen ontstekingremmende werking hebben, dit niet doen.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Longziekten, Postbus 70029, 3000 LL Rotterdam.

E.E.M.van Essen-Zandvliet, dr.H.J.Neijens en prof.dr.K.F.Kerrebijn, kinderartsen.

Contact prof.dr.K.F.Kerrebijn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties