Samenvatting
De auteurs onderzochten de reactie van een reeks acute-fase-eiwitten op vaccinatie tegen cholera, tyfus, gele koorts en combinaties van deze vaccins met het vaccin tegen difterie, tetanus en polio (DTP).
Cholera- en (of) tyfusvaccinatie geeft de sterkste reactie, vaccinatie tegen gele koorts de zwakste. Het patroon van de acute-fasereactie hangt ook af van het type vaccin: vooral DTP verhoogt het gehalte van haptoglobine, in tegenstelling tot de andere vaccins. Er bestaat overigens een zeer grote individuele variabiliteit in reactie.
Tevens werd de relatie onderzocht tussen de mate van ontstekingsoedeem die ontstaat 24 uur na de vaccinatie en het niveau van de acute-fase-eiwitten en α2-macroglobuline vóór en na de vaccinatie. Het blijkt dat het gehalte in het plasma van α2-macroglobuline en haptoglobine vóór de vaccinatie bij alle vaccinaties negatief correleert met het ontstekingsoedeem, terwijl dat van fibrinogeen een positieve correlatie toont. De acute-fasereactie van fibrinogeen en haptoglobine na 24 uur verandert niets aan deze relatie en dit laatste geldt ook voor α2-macroglobuline. De overige acute-fase-eiwitten tonen geen effect op het oedeem.
Geconcludeerd wordt dat de bestaande grote individuele verschillen in gehalten in het plasma van α2-macroglobuline, fibrinogeen en haptoglobine medebepalende factoren zijn voor de mate van oedeem, volgend op een vaccinatie; zij zijn te beschouwen als factoren van de ‘innate immunity’.
Reacties