Samenvatting
Bij 45 patiënten die in de periode 1956 tot 1984 in het Nederlands Kanker Instituut (Antoni van Leeuwenhoekhuis) een mamma-amputatie ondergingen wegens ductaal carcinoma in situ, werd een klinisch-pathologisch retrospectief onderzoek verricht. De duur van het vervolgonderzoek bedroeg bij 34 patiënten minstens 5 jaar (gemiddeld 9,2 jaar); geen van hen overleed als gevolg van de aandoening. Cytologisch en vriescoupe-onderzoek blijken een beperkte waarde te hebben voor de diagnostiek. De afwijkingen zijn meestal uitgebreider dan klinisch en röntgenologisch vermoed wordt. Na excisiebiopsie blijft vaak een resttumor in de borst achter. Hoewel door histologisch onderzoek infiltratieve groei nooit met zekerheid kan worden uitgesloten, is de kans op lymfkliermetastasen uiterst gering. De mogelijkheden van borstsparende therapie worden besproken.
Reacties