In het derde studiejaar kunnen nog geen volwaardige coassistentschappen beginnen

Perspectief
R.J.G. Peters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2343
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 2342.

De geneeskundestudie bestaat uit een aantal tegenstellingen: theorie versus praktijk, basisvakken versus klinische vakken, wetenschap versus ambacht. Een vroege kennismaking met de praktijk helpt studenten te begrijpen welke kennis noodzakelijk is. Ook wordt het onderwijs daardoor stimulerender en aantrekkelijker. Voor praktische scholing zijn er in de beginfase vooral patiëntendemonstraties en practica. Een zinvolle praktijkstage kan echter pas plaatsvinden als de student beschikt over enige toepasbare kennis, en dat is een van de belangrijkste redenen waarom de coschappen niet in het eerste jaar beginnen. Maar wanneer dan wel?

Er zijn een aantal voorwaarden waaraan een coschap moet voldoen om zinvol te zijn. Zo zijn bij de student basiskennis en vaardigheden vereist, met name ten aanzien van anamnese en lichamelijk onderzoek. Studenten zelf geven aan dat een behoorlijke mate van zelfstandig werken en van verantwoordelijkheid dragen de belangrijkste pijler is onder een goed coschap…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Cardiologie, F3-236, Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Contact Hr.prof.dr.R.J.G.Peters, cardioloog en bestuursvoorzitter van het Onderwijs Instituut Geneeskunde (r.j.peters@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties