De centrale opleidingscommissie als regisseur?

Het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de vervolgopleiding

Onderzoek
M.J.M.H. (Kiki) Lombarts
Albert J.J.A. Scherpbier
Maas Jan Heineman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3793
Abstract

Samenvatting

Doel

De centrale opleidingscommissies (COC’s) van opleidingsinrichtingen hebben sinds 1 januari 2011 de rol van ‘regisseur van de medische vervolgopleidingen’ en zijn als zodanig wettelijk verplicht om een gunstig en veilig opleidingsklimaat te handhaven en te bevorderen. Dit onderzoek gaat na hoe COC’s deze nieuwe rol invulling geven.

Opzet

Vragenlijstonderzoek.

Methoden

Wij ontwikkelden een vragenlijst die de rol van COC’s in het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de geboden vervolgopleidingen in kaart moest brengen. De lijst inventariseerde algemene kenmerken van de opleidingsinrichting en de COC, het functioneren van COC’s inclusief de aandacht voor kwaliteit van de vervolgopleidingen en de mate van voldoen aan 6 kwaliteitsnormen. Vragen in de eerste 2 delen waren overwegend gesloten van aard, vragen over de kwaliteitsnormen werden beantwoord op een vijfpuntsschaal. In de periode december 2010-februari 2011 kregen 57 COC’s van academische en algemene opleidingsziekenhuizen deze vragenlijst toegestuurd, geadresseerd aan de COC-voorzitter. Wij stuurden non-respondenten maximaal 3 keer een herinnering.

Resultaten

De respons was 86%. In het bewaken van de kwaliteit van de vervolgopleidingen vervulden COC’s verschillende taken, waaronder stimuleren (77,1%), beleid maken (60,4%), handhaven (50,0%) en uitvoeren (27,1%). Alle COC’s agendeerden in 2010 kwaliteitsonderwerpen. Het vaakst werden genoemd visitatie (61,2%), evaluatie van het opleidingsklimaat (53,1%) en feedback aan opleiders (36,7%). De mate waarin werd voldaan aan 6 kwaliteitsnormen varieerde op een vijfpuntsschaal van gemiddeld 1,78 (creëren optimaal opleidingsklimaat) tot 3,21 (bevorderen interne kwaliteitstoetsing). Ziekenhuizen aangesloten bij de Vereniging van Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen gaven zichzelf de hoogste scores.

Conclusie

COC’s besteden ruim aandacht aan de kwaliteit van de vervolgopleidingen, maar systematisch werken aan kwaliteitszorg staat nog in de kinderschoenen.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Afd. Kwaliteit en Proces Innovatie: dr. M.J.M.H. Lombarts, gezondheidswetenschapper.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: prof.dr. M.J. Heineman, gynaecoloog en voorzitter centrale opleidingscommissie.

Maastricht Universitair Medisch Centrum, Onderwijsinstituut van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences, Maastricht.

Prof.dr. A.J.J.A. Scherpbier, arts.

Contact dr. M.J.M.H. Lombarts (m.j.lombarts@amc.uva.nl)

Verantwoording

Dit onderzoek was niet mogelijk geweest zonder alle respondenten die de vragenlijst bij deze studie invulden.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Het Academisch Medisch Centrum en Maastricht Universitair Medisch Centrum, waar de auteurs werkzaam zijn, ontvingen subsidie voor het doen van onderzoek naar de kwaliteit van klinische opleiders en medische vervolgopleidingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Aanvaard op 22 september 2011

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties