Zie ook het artikel op bl. 1302.
Prostaatcarcinoom wordt jaarlijks bij 0,56 per 1000 mannen in Nederland gediagnostiseerd.1 Jaarlijks overlijden 0,29 per 1000 mannen aan deze aandoening.2 Wat betreft sterfte door carcinoom bij mannen, staat prostaatcarcinoom na longkanker op de tweede plaats. Bij obducties van mannen boven de 50 jaar wordt bij ten minste 30 een prostaatcarcinoom vastgesteld.3 Er zijn zeer uiteenlopende meningen over de vroege diagnostiek en over het beleid bij een prostaatcarcinoom dat (nog?) asymptomatisch is: enerzijds gaan de meeste mannen met een prostaatcarcinoom niet dood aan de gevolgen daarvan, anderzijds is het een ziekte die bij een grote groep mannen na langere tijd veelal met ernstige botpijnen gepaard gaat en langdurig lijden veroorzaakt. Klassiek is de vraag van Whitmore: ‘Is cure possible in whom it is needed and is cure necessary in whom it is possible?’4 In de dagbladpers, kwam het probleem aan…
Reacties