Inleiding
In het laatste decennium is de interesse in het slaapapnoesyndroom sterk toegenomen. In dit tijdschrift is sinds 1979 gerapporteerd over diverse aspecten van het obstructieve-slaapapnoesyndroom, zoals de chirurgische behandeling door middel van uvulopalatofaryngoplastiek (UPPP), de behandeling met de ‘nasal continuous positive airway pressure’ (NCPAP), de samenhang met snurken en de diagnostiek bij slaapstoornissen in het algemeen.1-5
Het slaapapnoesyndroom wordt gekenmerkt door adempauzes tijdens de slaap. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het centrale-slaapapnoesyndroom, waarbij de apnoe ontstaat door de afwezigheid of de onderdrukking van de centrale ademhalingsimpulsen, en het obstructieve-slaapapnoesyndroom, waarbij de apnoe ontstaat door obstructie van de hogere luchtwegen tijdens inspiratie. Daar ook bij gezonde mensen in de slaap korte (in de regel centrale) apnoeperioden voorkomen, zijn de criteria voor de diagnose slaapapnoesyndroom: gedurende een slaap van 7 uur of langer meer dan 5 apnoeperioden per uur (‘apnoe-index’ van 5) met een duur van meer dan 10 seconden…
Reacties