De psychiatrische hulpverlening in het Algemeen Ziekenhuis, een vooralsnog onderbelicht grensgebied tussen de algemene en geestelijke gezondheidszorg, wordt met het in januari 1990 verschenen advies van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid1 helder voor het voetlicht gebracht. Deze hulpverlening omvat meestal een opnamecapaciteit voor 24-36 patiënten, soms een dagbehandelingscapaciteit voor 8-16 patiënten, een polikliniek en een consultatieve dienst. Over het feitelijk behandelaanbod is daarmee echter nog weinig gezegd. In zijn adviesaanvraag constateert de staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) naast een sterke groei van het aantal Psychiatrische Afdelingen van Algemene Ziekenhuizen (PAAZ'en) gedurende de laatste drie decennia, over dit behandelaanbod vooral een grote variatie tussen de ziekenhuizen.
Het sterk stimuleren, vooral ook door de Kamer Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, van de aaneensluiting van Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG), Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis (APZ) en regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen (RIBW) heeft…
Reacties