Aangenomen wordt dat ongeveer 20% van de patiënten na een acute Q-koortsinfectie het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) ontwikkelt. Omdat weinig artsen in aanraking komen met patiënten met QVS, is de kennis van zorgverleners over QVS veelal beperkt. In 2012 verscheen de ‘Multidisciplinaire LCI-richtlijn Q-koortsvermoeidheidssyndroom’ met daarin de kaders voor het vaststellen van de diagnose ‘Q-koortsvermoeidheidssyndroom’ en vervolgstappen voor behandeling en re-integratie van patiënten met QVS. Inmiddels zijn meerdere onderzoeksgegevens over QVS gepubliceerd en is er in de praktijk veel kennis en ervaring opgedaan. Het was dan ook noodzakelijk de eerdere richtlijn te herzien.
Samenvatting
- In 2012 is de ‘Multidisciplinaire LCI-richtlijn Q-koortsvermoeidheidssyndroom’ vastgesteld.
- Nieuwe onderzoeksgegevens en ontwikkelingen en ervaringen uit de praktijk maakten een herziening van deze richtlijn noodzakelijk.
- De multidisciplinaire werkgroep die de richtlijn heeft herzien is samengesteld met vertegenwoordigers uit alle medische beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) en vertegenwoordigers van de patiëntenvereniging.
- In de nieuwe richtlijn zijn onder meer de criteria voor de diagnose ‘QVS’ aangescherpt en de adviezen voor begeleiding en re-integratie geactualiseerd.
Reacties